Roelofarendsveen | |
Polders, |
Vanaf 1880 werden hier tulpenbollen gekweekt. In 1927 werden de eerste bollen voor de bloemenproductie geplant. Kwekers wilden in de winter – als er geen groente groeide - ook wat verdienen. Het was de start van een bloeiende bedrijfstak.
De bijzondere band tussen de Veender- en Lijkerpolder buiten de bedijking en tulpen begint in 1880 als de eerste tuinders starten met de teelt van tulpenbollen. De tulpenbollen worden in het najaar geoogst als de drukte in de groenteteelt achter de rug is. De tuinders verlengen daarmee de periode dat ze inkomsten uit hun bedrijf kunnen halen. De bollen worden verkocht aan bollenhandelaren in Hillegom, Haarlem en Sassenheim (de bollenstreek), die de bollen op hun beurt exporteren.
In de hoogtijdagen van de tulpenbollenteelt in Roelofarendsveen organiseren de Veense kwekers zelf bollenveilingen, in het najaar ‘droge’ en in het voorjaar ‘groene’. Bij de ‘droge’ veilingen brengen de kwekers alle bollen op één locatie samen en nodigen zij de bollenhandelaren daar uit om in te kopen. Bij de ‘groene’ veilingen worden de bollen die nog in de groei zijn op de akkers geveild. Er wordt eerst bij opbod geveild en daarna bij afslag over het hoogste bod, in aanwezigheid van een notaris. Er wordt geboden door een vinger op te steken of door een beweging te maken met het veilingboekje.
In deze polder worden door kwekers relatief dure soorten tulpenbollen geteeld. In goede én mindere tijden een aantrekkelijke buit voor dieven. In de crisisjaren rond 1930 worden meerdere partijen bollen ontvreemd. Voor kweker van de Wereld reden om de politie op te roepen tot actie: ‘Zou er geen mogelijkheid bestaan om het loopen over het land meer te beletten en hiervoor de activiteit der Rijkspolitie in te roepen?’
In 1927 stappen een aantal bollenkwekers over op het broeien van tulpen voor verkoop van de tulp als bloem. In sommige families teelt de eerste zoon bollen en kweekt de tweede zoon de bloemen ervan. De gebroeide tulpen worden in houten kisten verpakt en naar de veiling in Aalsmeer gebracht. Op de Veense veiling worden in 1932 voor het eerst bloemen voor de klok gebracht.
Het aantal kwekers dat tulpen teelt, groeit gestaag. Het is duidelijk dat de tulp zich thuis voelt in deze veenpolder. Ze gedijen uitermate goed in het (grond)klimaat en passen perfect in de teeltplanning van de kwekers, die in het voorjaar en de zomer andere producten telen. Omdat de tulpen met de juiste behandeling snel groeien, is het mogelijk om per teeltseizoen (december – april) de kassen meerdere keren vol te zetten. Zo wordt op een relatief kleine oppervlakte veel opbrengst gegeneerd.
Dit verhaal is onderdeel van de Tulpenroute. Een vaartocht vol verhalen over de bloeiende polder. De Tulpenroute is gratis. Een routekaart vindt u op deze website of bij één van onze toeristeninformatiepunten, nabij gelegen horeca of jachthavens.
De Tulpenroute in Roelofarendsveen wordt mogelijk gemaakt door lokale ondernemers. Dit verhaal wordt u aangeboden door: Zwet Tulips.
Bezoekt u Kaag en Braassem Promotie als toerist en wilt u meer informatie? Neem hier een kijkje.
Meer weten hoe Kaag en Braassem het beste te bereiken is per auto, bus, fiets of per boot?
Op zoek naar alle praktische zaken, burgerzaken en meer over de gemeente Kaag en Braassem?